donderdag, mei 08, 2008

Supportersgedrag

Gisteravond zijn de volleyballers van Itas Diatec Trentino kampioen geworden van Italië. ,,Onze volleyballers, onze jongens’’, zegt men in zo’n geval. ,,Wij.’’ Italië is daarmee niet anders dan de rest van de wereld. En iedereen is ook meteen supporter, en specialist. Vooral dat laatste. Alleen in Italië verstaat men de kunst van het “specialista” zijn tot in de finesses.Zo ook de baas, hartstochtelijk supporter van “onze jongens”. En dat al vanaf... Ach ja, vanaf wanneer ook al weer... Vanaf het moment dat ze de halve finales doorstoomden. Of nee, vanaf het moment dat de eerste finalewedstrijd tegen Piacenza werd gewonnen (de ploeg die als eerste twee wedstrijden gewonnen zou hebben mocht zich namelijk kampioen noemen.). Gisteren hoorde men zijn liefde voor en zijn kennis over Itas met het uur groeien, en om half zes ging hij de deur uit om op het laatste nippertje nog een paar kaarten te regelen. Dat regelen, daar is de baas een kei in. Eerlijk is eerlijk. ,,Dus jij wilt alleen kaartjes als ik er een stuk of tien kan vinden, hè’’, liep hij Serena vanuit het deurgat toe. En weg was hij al. De supporter van het elfde uur. ,,Ja, bedankt’’, antwoordde ze meer tegen zichzelf dan tegen de, langzaam kleiner wordende lege ruimte tussen de deurposten. We hebben klapdeuren op het werk, die vanzelf sluiten.

Serena doet van alles bij ons in het bedrijf. Telefoniste, administratie, koeriersdiensten. Alles, behalve dat waar ze eigenlijk voor gestudeerd heeft. Ze is nog maar 21, maar je kan nu al merken dat de door haar met hard studeren bij elkaar vergaarde kennis dag na dag, beetje bij beetje, weg-ebt. Serena werkt vanaf negen tot zes, met een uurtje pauze tussen de middag. Als er chauffeurs laat komen laden werkt ze tot zeven uur, of tot acht uur. Of nog langer, als de baas dat wil.In haar vrije tijd is ze echter vrij in de meest letterlijke zin van het woord. Ze heeft nog geen zin in een vaste relatie en loopt allerlei feesten af. Ook al woont ze niet in de hoofdstad van onze provincie, in veel gelegenheden waar ze in Trento binnenwandelt na werktijd wordt ze met een ,,Ciao Sere!’’ begroet door vrienden en personeel. Ze heeft vele passies, en één daarvan is Itas Diatec Trentino. Ze is wellicht geen supporter van het eerste uur, maar ze heeft zeker recht om fan van het tweede of het derde uur genoemd te orden. Ze bezoekt regelmatig de competitiewedstrijden, en ze was erbij toen de thuiswedstrijden van de kwart- en de halve finales werden gespeeld. Ook de eerste finalewedstrijd tegen Piacenza was ze van de partij. Voor de tweede wedstrijd (uit) kon ze helaas geen kaartjes krijgen. Een schrale troost was dat haar favorieten verloren en de buit dus in eigen huis binnen gehaald zou gaan worden. En daar wilde ze dus bij zijn.
De kaartverkoop begon dinsdag om tien uur ’s morgens. De dag voor de wedstrijd. En om zes uur – midden in de nacht volgens het ritme van Serena gerekend – stond ze al bij het sportpaleis voor de deur. Tevergeefs, want honderden supporters hadden zelfs hun nachtrust opgegeven voor de “pre-finale” in de vorm van de vier felbegeerde kaartjes per persoon. Voor Serena zat er weinig anders op dan na vier uur wachten teleurgesteld naar het werk af te zakken.,,Ja, bedankt’’, antwoordde Serena dus meer tegen zichzelf dan tegen de, langzaam kleiner wordende lege ruimte tussen de deurposten. We hebben klapdeuren op het werk, die vanzelf sluiten. Serena wist dat de baas zeker wat kaarten zou regelen, zoals alleen hij op meesterlijke wijze immer weet te doen. Maar niet voor haar, want tien was teveel.


Gisteravond zijn de volleyballers van Itas Diatec Trentino kampioen geworden van Italië. ,,Onze volleyballers, onze jongens’’, zegt de baas in zo’n geval. ,,Wij.’’Als hij vanmorgen op het werk komt heeft hij er de mond van vol. Hij krijgt er niet genoeg van om zich in superlatieven over de kwaliteit van de ploeg en de gehanteerde spelsystemen uit te laten. Ik merk, hier spreekt de “specialista”. Ik probeer de boel wat te relativeren door te vragen met hoeveel ze gewonnen hebben. Het is of hijzelf het laatste punt gescoord heeft als hij trots zegt, ,,met 3-0’’. ,,Veel verder komen ze ook niet, hè’’, zeg ik. ,,Dat was in mijn tijd wel anders. Toen werd er nog wel eens gewonnen met 5-1. Of verloren. Ik kan me herinneren wel eens met 9-2 verloren te hebben.’’ Ik lach, maar het blijkt net die soort van humor te zijn waarvoor de baas op dat moment niet toegankelijk is.
Later op de dag komt ook de echtgenote van de baas haar duit in het zakje doen. ,,We hadden zo’n mooie plek’’, zegt ze tegen Serena. ,,En we konden alles zo goed zien.’’ Het is waarschijnlijk een regelrechte openbaring voor de kersverse fan geweest. Waarschijnlijk wist ze tot voor gisteren niet eens dat volleybal een sport is waarbij twee ploegen, ieder bestaande uit zes spelers, de bal in drie keer over een net (wat – kijk nou toch, wat een vondst – precies in het midden van het veld hangt) moeten slaan. Serena zegt gelaten dat ze de wedstrijd met vrienden in de stad gezien heeft. Op een televisie in een bar, want bij haar thuis hebben ze geen Sky. Ze vertelt er niet bij hoe ze vanmorgen om negen uur als een zombie haar intrede deed. ,,Als ik vandaag niet moet overgeven, moet ik nooit meer overgeven.’’ Ik denk dat ze, ondanks de “afstand”, meer genoten heeft van de wedstrijd dan de twee supporters van het elfde en twaalfde uur.

Vanavond worden de spelers van Itas Diatec Trentino gehuldigd in Trento, in Piazza Duomo. Ik weet dat Serena er zal zijn, helemaal van voren als het even kan, om haar helden te eren. Dit is het echte feest, het feest voor de fans van het eerste, tweede en derde uur. De fans van het elfde uur uur zitten thuis de video-opnamen van de wedstrijd terug te kijken. De kwaliteit van de ploeg en de gehanteerde spelsystemen blijven onopgemerkt, want vanavond moet er gekeken worden of ook zij in beeld zijn geweest. Een bewijs dat ze erbij waren. De echte supporters.
Maar zoals gezegd, de echte supporters staan op Piazza Duomo. En Serena is een van hen. En al haar favorieten zal ze begroeten met applaus. Behalve één, want die is er niet. Marco, haar grootste favoriet, heeft aan het eind van het vorige seizoen Itas Trento voor Roma verruild. Roma, dat dit jaar in de halve finales uitgerekend door dat Itas uit de titelstrijd is gewipt. Ach, je kan nu eenmaal niet alles hebben. Marco is er niet, maar Serena wel, en ze vermaakt zich kostelijk.




Geen opmerkingen: