zondag, mei 31, 2009

La piscina senza acqua

Er werd naar me gewuifd vanaf het terrasje van de grote gele woning aan de straat die boven over de heuvel loopt. De straat die vaak het doel is van de middagwandeling met Saar, vooral als het te heet of te nat is om de wijngaarden in te gaan. Img_3984Hpim4240 Een straat met veel huizen en evenzovele waakhonden, die allemaal na elkaar aanslaan als ze ons lekkere wijf heupwiegend langs zien tippelen. Domme honden zijn het, want ze rennen als kippen zonder koppen achter de heg heen en weer, waardoor ze vrijwel niks van ons lekkere stuk zien. Stilstaan zou een betere strategie zijn. Weten zij veel. Maar door hun doelloze geblaf worden ook alle bewoners van de straat erop geattendeerd dat het weer de tijd is van de middagwandeling van “quel signore della casa di colore arancia” en zijn leuke hondje “con la pallina in bocca”. Img_3986 Daarom zwaaide men vanuit het gele huis natuurlijk naar mij: men had me horen aankomen. Leuk hè? Maar bij terugkeer over dezelfde weg, een kwartier later, werd er wéér gezwaaid. Even kijken dan. En toen zag ik een man of vijf aan een tafeltje zitten met wijn en worst. Nu werd er gewenkt: kom ook lekker wat eten en drinken! Het zag er aanlokkelijk uit en ik wilde naar binnen, maar Saar weigerde. Uitdagend langswiegen, als die rothonden achter het hek zaten, dat ging wel, maar naar binnen??? Nee, dat durfde ze niet. Er volgde wat gehannes met hond en hek en uiteindelijk had onze teef het rijk weer alleen, de eigenlijke vierpotige bewoners waren naar binnen gebonjourd. Ze krijgt ook altijd haar zin en zat nu dus eerste rang, zonder concurrentie, voor de schotels met worst. Daar ging haar liktongetje al heen en weer. Je wordt te díík!
De baas wordt gelukkig niet te dik (hij ís al te dik) en hapte vrolijk toe. Het gezelschap bestond uit de boer van de koeien, iets verderop aan de straat, leverancier van de worsten, de bewoners van het grote gele pand (“klein Soestdijk”), drie in getal, echtpaar en vader, en de uitnodiger, die twee huizen van ons af woont en die we vaker spreken. Er werd wat gebabbeld, het mocht allemaal geen naam hebben, maar men was gezellig en jolig. Oorzaak: de magnum fles spumante die men inmiddels al geledigd had. Ik uitte mijn verbazing over het feit dat er in het grote huis maar drie mensen woonden. Ja, de dochter zou in de andere vleugel komen wonen, maar was afgetaaid met een architect. Die vleugel was nog niet af, dus als ik geld meebracht konden we daar nog een leuke uitbreiding van de B&B realiseren … Het geld is op, riep ik gauw. Onder het hele gebouw liep nog een gigantische kelderverdieping, ook niet af, dus als ik geld had … Er was een fitnessruimte, zonder fitnessapparatuur (maar als ik geld had …). Er was zelfs een overdekt ZWEMBAD… zonder water. Als ik toch eens rijk was jodeldiedeljodeldiedeldé. Maar een zwembad zonder water, dat hadden we al. Het werd tijd om te vertrekken. Tot morgen!, riep ik.

dinsdag, mei 12, 2009

La signora Giulia

Er wordt gewerkt in Gardolo. Aan de ene kant van de weg wordt een voetpad aangelegd, en als gevolg daarvan wordt het voetpad aan de andere kant versmald. De weg moet namelijk breed blijven zodat men daar voort kan blijven jakkeren zonder acht te hoeven slaan op de maximale snelheid die daar geldt. Tussen de bergen zand en de graafmachines door is het duidelijk dat er voor de voetgangers een smalle strook bewegingsvrijheid overblijft waar je met enige moeite met z'n tweeën naast elkaar kan lopen. De auto heeft voorrang in Italië, op alle gebied.
Maar voor een tijdje is de weg nu dus smal. De bushalte is een meter of vijftig verplaatst en ter hoogte daarvan staat een stoplicht. De passagiers stappen in en de bus wacht. Het stoplicht staat op rood.

In de verte komt la signora Giulia aangedribbeld. Ik heb er altijd moeite mee om leeftijden in te schatten, maar ze moet al een eindje in de zeventig zijn. De grijze haren kort geknipt, want dat is gemakkelijk. Niet alleen dankzij haar neus heeft haar gezicht iets haviksachtig, want ook de ogen kijken vanachter de smoezelige brilleglazen ietwat roofvogelig de wereld in. Haar grijze jas rijkt tot net over de knieën en onder haar arm houdt ze stevig haar tasje geklemd. Want tegenwoordig moet je overal op je hoede zijn, met al die buitenlanders. Ze vergeet dikwijls dat ik er ook een ben.
La signora Giulia is dus hoog bejaard en ze eist het respect voor haar vergevorderde leeftijd altijd ietwat hinderlijk op. Zo moet zij bijvoorbeeld altijd absoluut als eerste de bus in. Die drang is zo sterk dat ze zich wel eens in de bus vergist en op lijn 17 terecht komt in plaats van op 'haar' lijn 7.
Maar nu heeft la signora Giulia dus de bus gemist. De deuren zijn dicht, het wachten is enkel nog op het groen. Dat arriveert als ze tot op tien meter genaderd is. De bus trekt op en la signora Giulia begint als een bezetene te zwaaien, want iemand van haar leeftijd behoort niet vijf minuten tot de volgende bus te hoeven wachten. De chauffeur twijfelt even, maar besluit toch te remmen. De deuren gaan open en la signora Giulia heeft het gehaald. Ze is niet al te vlug en het stoplicht neigt al naar oranje als de deuren zich achter haar sluiten. De chauffeur trekt langzaam op maar geeft daarna flink gas bij om halverwege niet met tegemoetkomend verkeer geconfronteerd te worden. La signora Giulia is ondertussen druk in de weer met het afstempelen van haar abonnement (afstempelen is niet het juiste woord, want je moet het abonnement voor een kastje houden en zo wordt het electronisch gelezen). In plaats van zich met haar vrije hand vast te houden gaat haar arm protesterend de lucht in, waarna ze als een ballerina met een slok teveel op enige ongecontroleerde pirouetten begint te draaien. Het is geen gracieuze uitvoering, en ook het sluitstuk van haar ballet heeft iets van ‘de stervende zwaan', maar dan letterlijk. Een student, de rossige haren in de war, zit afwezig naar buiten te staren. Zijn ogen zakken af en toe dicht en hij heeft duidelijk moeite het ritme van de nieuwe dag op te vatten. Totdat de grijze zwaan Julia haar vlucht fladderend beëindigd op zijn schoot.
Twee, in vooroorlogs gepantserde kousen verscholen benen steken de lucht in en vanachter verschillende onderrokken klinkt een gesmoord en wanhopig 'Ooooo Madonna' van la signora Julia. Een medepassagier helpt haar met wat moeite terug op de been. La signora Giulia lacht, een beetje beschaamd, en roept la Madonna nog enige keren aan. Haar schaamte valt echter in het niet bij die van de student, die met een vuurrood hoofd de blikken van de moeizaam hun lach inhoudende medepassagiers op zich voelt prikken. Hij weet het nog niet, maar dit is een van die ervaringen die je je hele leven bijblijven. Een van die ervaringen die je met niemand wil delen en die je dus voor altijd stil met je meedraagt. Een geheim, verankerd in de schaamte die het loslaten in de weg staat. Hij staat op en laat zijn plaats aan de oude dame die hem zojuist op een zo onbarmhartige wijze uit zijn dromen heeft gewekt. Niet uit respect voor de ouderdom, maar meer om uit het schelle licht van de onwelkome schijnwerpers te ontsnappen. Als we een minuut later bij de volgende halte stappen staat hij weggedoken in een hoek, zijn neus bijna tegen de langzaam beslaande ruiten van de bus gedrukt.
Een handvol reizigers stapt in. Ze hebben geen idee van wat ze gemist hebben.

Ook het meisje met de Cleopatra-ogen stapt op en vind haar vaste plaats bezet door la signora Giulia. Ze kijkt rond, op zoek naar een andere vrije plaats. Even kruist haar blik de mijne. Ik kan me niet voorstellen hoeveel jonge farao's er al zijn verdronken in deze kijkers, maar het moeten er veel zijn. Bij gebrek aan een zitplaats neemt ze genoegen met een plekje aan het raam dat nog vrij. De bus trekt op. De lichamen van het meisje met de Cleopatra-ogen en de jongen met het rossige haar naast haar vinden elkaar in de synchrone bewegingen op het ritme van de putten en de bochten in de weg die als de openingen van een orgelboek in een draaiorgel onder de wielen voorbij schuiven.

De mevrouw naast me niest haar handen vol. De bus nemen is goed voor het milieu, maar het is niet direct de meest gezonde manier om je je naar het werk te begeven.
Achter me vertelt een jongetje plagerig aan zijn vriendje dat hij vanaf morgen lekker drie dagen op schoolreis naar Venetië is terwijl die andere gewoon naar school moet. Van je vrienden moet je het hebben.
Twee andere jongetjes spelen boter, kaas en eieren ('tris' noemen ze dat hier) op de inmiddels geheel beslagen ruiten van de bus.

Als we in Trento aankomen heb ik een liedje in m'n hoofd....