zaterdag, oktober 25, 2008

Polizia alla Italiana...

Het is nu bijna een jaar geleden, dat bij ons in de diepe nacht onze mobiele telefoon rinkelde.
Eerst denk je te dromen, maar het was niet zo!
Zo sloop ik slaapdronken uit mijn bed en zag een onbekend telefoonnummer, maar vond het toch beter te antwoorden met een zwakke en diepe slaperige stem “pronto....?
Ik hoorde meteen een hele wakkere stem, die me de naam van onze zoon noemde en italiaans met me sprak.

“Nee” antwoordde ik, ik ben de moeder.
“Signora, wij willen weten waar Uw zoon is?”
Ik snapte niets en antwoordde dat mijn zoon in Duitsland woont en vroeg vrijwel meteen met wie ik eigenlijk sprak, want in het holst van de nacht begrijp je dat allemaal niet zo...

Toen kwam een kort en bondig antwoord wat je meteen ontzettend laat schrikken “POLIZIA!

Op zo een moment word je wel wakker, omdat je zo schrikt en je vreest het ergste!

De politieagent vertelde me dat ze de jack van onze zoon met alle papieren en autosleutels en ook zijn mobiele telefoon hadden!
Natuurlijk begreep ik niets, en kon me niet voorstellen hoe dit allemaal mogelijk was.

Wat was er gebeurd?
Onze zoon was voor een weekend naar een vriend van ons naar Milaan gegaan.
In Milaan aangekomen, zijn ze die avond meteen lekker gaan eten. Hij legde zijn jack nonchalant op een stoel van het tafeltje naast hem.
Ondertussen kwamen andere gasten voor een etentje. Toen ze klaar waren, pakten ze alle jassen die op de stoel lagen (dus ook de Jack van onze zoon...)

Deze mensen gingen na het eten nog eventjes in een bar, gewoon voor een drink...
Toen ze terug kwamen......was hun auto verdwenen!
Zo gingen ze meteen naar de politie om dit aan te geven.

Inmiddels gebeurde hetzelfde op een andere manier met onze zoon......
Na het gezellige eten en praten met zijn vriend....wilde hij zijn jack pakken, maar die was verdwenen en zo kon hij niet meer rijden met zijn auto.... de sleutels waren weg!
Zo was hij bijna op hetzelfde moment bij de politie als de mensen waarvan de auto gestolen was.
Er was meteen een politie-aktie in Milaan en de dieven van de auto durvden niet meer verder. Zo vond de politie de auto terug. Een positief avontuur zou men zeggen!!
Deze mensen waren blij....de auto was terug en wilden eindelijk gaan slapen.

Ze pakten de jassen in de auto en ontdekten de jas van onze zoon.... met alle papieren, ze dachten de dader gevonden te hebben, die onze zoon moest zijn.... en brachten alles naar de politie!!

En dit was het moment dat de politie bij ons opbelde!!

Eindresultaat: de gestolen auto was al in Como, en naar veel beven en bibberen... was het een avontuur in de nacht waarvan de polite achteraf zei: “Zo een rare combinatie van toevallen....dat hebben we zelden beleefd. Ze moesten er zelf over lachen....en onze zoon achteraf ook!

vrijdag, oktober 10, 2008

Goudkoorts


Terwijl de wereld economie keihard onderuit gaat en de beurzen in een vrije val zijn geraakt waar het einde nog niet van in zicht is, heerst in Italië de goudkoorts. Vorige week bereikte de jackpot van de lotterij SuperEnalotto een nieuw record door boven de 75 miljoen Euro te stijgen. Drie keer in de week maakt men kans op deze superpremie door te proberen om op 90 getallen er 6 goed te raden. Voor de trekking van gisteravond werden 50 miljoen combinaties gespeeld, maar nog steeds viel de “sei” niet. En dat betekent dat je jackpot nog verder is opgelopen: 80 miljoen voor de trekking van morgen.
Ik ga zeker weer voor een paar euro spelen, nooit geschoten is altijd mis, al zegt de kansberekening dat je in je leven meer kans hebt om door de bliksem te worden getroffen dan om de SuperEnalotto te winnen.
Rest mij alleen nog te bedenken welke bank ik blij zal gaan maken met al die miljoenen of misschien is het toch maar beter om een flinke kluis in mijn nieuwe villa in de Toscaanse heuvels te laten bouwen.

vrijdag, oktober 03, 2008

Kafka op het strand

Voordat de zomer helemaal vergeten is sluit ik mijn vierluikje over Puglia af met het laatste deel. Het meest zomerse, het warmste....

Sporen in Puglia (4)

We zijn er! We zijn er! Het strand, het strand, het strand...

Kleine landbouwpercelen. Mais die net op begint te komen, granturco heet dat hier. Wat rijen tomaten, gewoon op de grond, ze mogen best een beetje zanderig zijn. Daar tussendoor een zandpad tot aan de duinen. Honderd meter, misschien iets meer. Achter ons een stoffige zandwolk als in een western. Alleen de muziek van Ennio Morricone ontbreekt. In de schaduw van een boompje zit een jongetje van een jaar of tien op een witte plastic stoel. Hij schrijft ons kenteken op een briefje dat onder de ruitenwisser gaat. Vier euro. Voor dat bedrag staat onze auto de hele dag op de parkeerplaats in de schaduw. Geen asfalt, maar zand en kiezelsteentjes.

De "bagno" is spartaans en biedt het essentiële. Er is wat te drinken en te eten, in het weekeind en in het hoogseizoen is er 's middags ook vis en inktvis van de grill. Een grote houten overkapping, daaronder in de schaduw tafeltjes en stoeltjes. Het is een hele familie die alles hier draaiend houdt, la mamma, zoontjes, dochters, neefjes, nichtjes en wie weet wie nog meer. Een van de dochters studeert economie en brengt een deel van de dag met haar donkerblonde krullen boven het toetsenbord van een laptop door. De andere dochter doet economie en je vindt haar altijd vriendelijk lachend en babbelend achter de bar, in de keuken, op het strand, overal waar je net iemand nodig hebt.
Op een morgen staat ze al bij ons nog voordat we een parasol hebben kunnen vragen. ,,Er is arbeidsinspectie'', fluistert ze, met een scheef oog richting twee heren aan een tafeltje. ,,Zogauw ze weg zijn is alles weer normaal.'' Een uurtje later rijdt een auto het parkeerterrein af. In de verte komt Beppino onze richting opsjokken. Onder zijn arm draagt hij onze parasol.
De eenvoud van het strandpaviljoen trekt een bepaald publiek. Krantenlezers, "Repubblica", "Unità", "Manifesto", een enkele "Stampa", zonder uitzondering links getinte dagbladen. Een links strand, dat zie je aan de bezoekers, aan hun kleren, aan de minimale bagage die er meegenomen wordt, aan de afwezigheid van accessoires die lawaai maken. Ergens anders is het misschien moeilijk voor te stellen, maar in Italië zijn er dus linkse en rechtse stranden. Een territorium dat verdedigd wordt als het nodig is. Een aantal jaren geleden kwam een motorboot ons territorium binnengevaren en ging ten anker vlak bij het strand. De radio bonkte zijn bassen tot tegen de duinen, de opvarenden keken dikbuikend en patserig naar de kinderen die zojuist nog fijn aan het zwemmen waren, daar waar de ankerketting nu strak het water in sneed. De strijd was kort maar hevig, begon met het opheffen van enige worstige middelvingers en eindigde met een motorboot die onder een regen van stenen op de vlucht ging. Daar tussendoor werd bijna iemand verdronken.

De zee lijkt echter rechts te volgen en net als in de Italiaanse politiek moet links op ons strand een pas achteruit doen. Elke keer als we hier voor een vakantie terugkomen vinden we het strand wat smaller terug als de keer daarvoor. Het is een probleem wat de gehele Pugliese kust treft, zo lees ik in de krant. Ik sla geen kolom over als ik vakantie heb. De uren kruipen voort, de zon brandt, en na een tijdje knisperen de bladzijden bij het omslaan. De nietjes doen hun werk. En mijn rug wordt rood, ondanks factor 30.
Ik zoek wat verkoeling in het water, de tweede keer vandaag. Mijn eerste duik is over het algemeen meteen als we aankomen, 's morgens vroeg, als de zee op z'n mooist is. Als een spiegel, helder, verfrissend. Als je maar niet achter je kijkt, want dan blijkt je kielzog soms uit een spoor van vreemde luchtbelletjes te bestaan. Wie weet wat voor rotzooi er allemaal in het water zit.
Op het strand blaft een zwarte hond naar zijn baas. Terwijl hij het water met het hoofd schuin uit z'n oren laat lopen verontschuldigt de man zich. ,,Ik heb hem hier vorig jaar achter de duinen gevonden. Hij wil bij me in de buurt blijven maar durft zelf het water niet in.'' Dus zoekt het baasje z'n handdoek maar weer op. Zijn viervoeter heeft het beter getroffen dan vele anderen. Hij legt zijn kop gerust terug op het zand, doet een tukje in de schaduw van een rij strandstoelen die in een keurig kleurig gelid op bezitters te wachten. Want wat is nou een strandstoel zonder bezeten te worden? Maar ze moeten nog een tijdje wachten, het hoofdseizoen is nog niet begonnen en het is nog rustig op het strand. Je kunt de mensen nog van elkaar onderscheiden.





Een vader en zijn zoontje baden pootje. Een zeilbootje aan een touwtje kiest, voorzichtig laverend tussen blanke scheenbeentjes en kuiten door, het ruime sop. Als je de kleuren wegdenkt zou het een tafereeltje uit de jaren vijftig of zestig kunnen zijn. Twee bipsen komen voorbij, brengen vrolijk wippend de kleuren en de 21e eeuw terug. De kwekkende bezitsters dragen achteloos, maar met trots. Het palestra waar je fitness doet is populair in Italië. Een venter probeert ondertussen zijn waar aan de man te brengen.



Op het stukje strand vlak voor de "bagno" wordt het intussen wat drukker. Het zonnetje klimt aan de einder, en wat crème boven de wenkbrauwen moet voorkomen dat vanavond de vellen over de ogen vallen. De twee zussen uit Bari zijn er ook weer, met de kinderen en de hondjes. ,,Waar zaten we ook weer gisteren?'' ,,Daar!''


Het sap van een perzik loopt langs mijn onderarm naar beneden, richting elleboog. Ik heb het likken opgegeven, want dat is vechten tegen de bierkaai. Vanachter de rijpe vrucht kijk ik naar de zee, de horizon, de lucht. Een schakering van kleuren en tinten blauw, groen en zelfs roze die continu verandert. Ik moet aan de foto 5420 van de Duitse fotograaf Jörg Sasse denken.


Als ik na de vakantie de bewuste foto opzoek moet ik echter toegeven dat mijn werkelijkheid van dat moment weinig van doen heeft met Sasse's plaat.

5420 - Jörg Sasse


Ik heb inmiddels mijn krantje uit en sla mijn boek open waar een ansichtkaart aangeeft waar ik gebleven was. Een halve bladzijde later zie ik vanuit mijn ooghoeken dat twee gitzwarte onderbenen hun wandeling door het rulle zand gestopt zijn ter hoogte van ons plekje. Ik kijk op. Vanonder een Valentino Rossi-pet (althans, er staat nummer 46 op) kijkt een Senegalees me geïnteresseerd aan. ,,Wat lees je'', vraagt hij.
Dat had ik niet verwacht en met enige moeite verbouw ik mijn reeds op de lippen liggende "nee, bedankt" tot een stotterend ''uh... Ka.. Kafka... Kafka op het strand". Het is een titel die hem niets zegt, en hij oppert dat het dan wel een boek zal zijn over Kafka en niet van Kafka.
,,Nou nee, ook dat niet'', zeg ik. Hij kijkt me aan of ik hem voor de gek zit te houden. ,,Maar je bedoelt Kafka'', houdt hij vol, ,, de schrijver, de filosoof, begin 1900.'' En zo komen we aan de praat.
De man heet Azou, komt inderdaad uit Senegal. Dakar, om precies te zijn, waar hij 30 jaar onderwijzer is geweest. Nu is hij met pensioen. Pas als hij dit laatste zegt merk ik dat er wat grijze haren vanonder zijn pet uitsteken. Voor de rest verraadt werkelijk niets zijn gevorderde leeftijd. Pensioen voor iemand die dertig jaar voor de klas heeft gestaan betekent in Senegal een maandelijkse bijdrage van omgerekend net honderd euro. ,,Dat is ook bij ons niet genoeg om een familie van te kunnen onderhouden'', vertelt Azou. En daarom probeert hij nu elke dag op het strand in Puglia wat te slijten. Een kilometer of tien legt hij af, onder de zon, van badgast naar badgast die steeds minder belangstelling voor de koopwaar schijnen te hebben. Het is een teken dat het slecht gaat in Italië. ,,Het is beter om terug te gaan naar Afrika'', zegt hij. Hij heeft navraag gedaan en weet dat de Italiaanse regering hulp biedt aan Senegal middels een project dat "Community Aid 2" heet. De hulp bestaat niet uit geld, maar uit machines, advies, enzovoorts voor Senegalezen die terug gaan naar hun land om daar middels een eigen bedrijfje een nieuwe toekomst op te bouwen. Hij zou graag een tipografie beginnen. Om net dat beetje meer te hebben om zijn familie te kunnen onderhouden ,,en om andere Senegalezen te helpen.''
We bieden hem wat fruit aan, en Azou accepteert het met een van de mooiste en warmste glimlachen die ik ooit gezien heb. ,,Weet je, dit heeft veel meer waarde dan dat je iets van me koopt voor een paar euro. Dit is iets wat jullie met me delen, dit is jullie eten.''
Azou komt later tijdens onze vakantie nog een paar keer langs. Groet ons altijd, zijn mooie witte tanden bloot lachend. ,,Ciao amici.'' Een van zijn levensinstellingen is dat de sporen die je achterlaat altijd iets moois moeten zijn, positief.
Op een dag komt hij ons vertellen dat hij gebeld is door zijn vrouw, vanuit Senegal. De envelop is aangekomen. Zijn project is goedgekeurd, de eerste stap is gezet. Azou is gelukkig, en wij zijn blij voor hem.
Azou gaat verder. Ik pak mijn boek terug op...




"Kafka op het strand" doet me heel in de verte denken aan "De Meester en Margarita", de klassieker van de Rus Michail Boelgakov waarin Satan een bezoek aan Moskou brengt. Niet om het verhaal, maar om het bovennatuurlijke dat feilloos in de realiteit overgaat en vice versa.

In de roman van
Murakami Haruki loopt de 15-jarige Kafka Tamura, zoon van een beroemd kunstenaar, weg van huis in Tokyo. Hij kan niet met zijn vader overweg, en zijn moeder heeft niets meer van zich laten horen sinds ze vertrok toen Kafka vier jaar oud was. Kafka is overigens niet zijn echte naam, maar het is de naam door hemzelf gekozen, het is de naam die hem bevalt. Hij komt in Takamatsu terecht, in het zuiden van Japan, waar hij gedurende een aantal uren zijn geheugen verliest. Een zwart gat, waarin iets onheilspellends gebeurd moet zijn. Kafka probeert in de anonimiteit te verdwijnen door een baantje bij een bibliotheek te accepteren.
Parallel aan het verhaal van de jongen vertelt Murakami het verhaal van de oude Nakata, een zonderling figuur Hij heeft een vreemd ongeluk gehad toen hij nog klein was. Hij komt uit dezelfde wijk in Tokyo als Kafka, waar hij met katten comuniceert. Deze bijzondere kwaliteit brengt hem in de problemen, hij pleegt een moord en moet vluchten. Ook hij kiest het zuiden, Takamatsu, en onderweg begint hij te begrijpen dat zijn reis een doel heeft. Maar wat voor doel, dat weet hij niet.

Zoals gezegd, het is een roman waarin werkelijkheid en "de andere kant", verleden en heden feilloos in elkaar overlopen. De twee hoofdpersonen zijn bijzonder interessant, en ze worden in de marge bijgestaan door een groep personages die op z'n minst schilderachtig genoemd kunnen worden. Ik noem er één: Johnny Walker.
De Italiaanse vertaling is meesterlijk.
Tot nu toe de beste roman die ik dit jaar gelezen heb.




Zo rond een uur of zes lijkt de aarde langzamer te gaan draaien. De zee wordt vlak, de geluiden lijken verder af. Het licht is minder hard en de kleuren winnen aan intensiteit. Onze schaduwen worden langer. Ik sla mijn boek dicht.
We pakken onze spullen in en nog even verlengen we ons uitzicht op dit schitterende schouwspel vanachter een pilsje bij het strandpaviljoen.



Daarna met de auto het zandpad af, rustig, maar het is niet te voorkomen dat een zandwolk ons volgt als een ridder in galop. Als in een western...
,,I'm a poor lonesome cowboy.'' Morgen begint alles van voor af aan.