zondag, november 27, 2011

Lezioni italiane: Letture facili: Su e giu' per l" italia.

Op mijn eigen blog: http://jacq-ladivina.blogspot.com staan 20 stukjes in het Italiaans met een verklarende woordenlijst in het Nederlands. Elk stukje gaat over een regio in Italie. Misschien leuk voor hen die hun Italiaans willen oefenen.

vrijdag, augustus 21, 2009

Vakantie,

We zijn, zoals elk jaar op vakantie in Capitello, frazione di Ispani, provincia di Salerno. Een mond vol voor een klein dorpje vergeten in de tijd.
Vanuit ons huis zie ik de hele baai van Sapri. En van uit dat gezichtsveld ziet alles er erg mooi uit.
Hemelsblauwe lucht die fel weerspiegelt op een glasheldere zee. Ansichtkaartachtige dorpjes rondom de baai. En op de berghellingen kleven kleine huisjes aan elkaar in de hoop niet samen naar beneden te glijden...roots de berg af.
Schilderachtig.

Maar zoals ik als zei..vergeten in de tijd.
Alles is hier stil blijven staan en wil ook niet vooruit.
De plaatselijke bevolking is niet blij met de toeristen, nouja waarschijnlijk niet de hele plaatselijke bevolking maar de meerderheid zeker.
Maar elk jaar komen ze weer, die toeristen, een maand hun rustig ingeslapen leventje wakkerschudden..althans dat proberen ze, die gekke vakantiegangers.
Van die gekke vakantiegangers ben ik er dus een van.

Eergister ben ik met de kinders uit de familie naar de trampolines geweest, één van de weinige vertiertjes voor de kids.
De trampolines bevinden zich aan de boulevard van Scario, klein havenplaatsje hier een kleine 9 kilometer vandaan. Boulevard is een sjiek woord voor een nog geen kilometerlange weg. Wat winkeltjes die in de 16 jaar dat ik hier kom altijd het zelfde produkt aanbieden. Ijsje(écht heerlijk), de koraalwinkel met zijn bloedrode kettingen, oorbellen en ringen, weer ijs(niet zo lekker), barretje met plastik "oud witte" stoeltjes, indiaans winkeltje(Hier?), edicola, Boutique (weer een té groot woord) en nog wat duistere lokaaltjes.
Middenin vind je 6 trampolines. Met één ingang en daarvoor staat een leuk keukentafeltje met een ijzertrommeltje en dat geheel bij elkaar is "de kassa".
En dat tafeltje word beschermd door een oud mannetje met witte haren. Ook hij staat eral jaaaaaaaaren.
Okay, we komen daar dus aan. Drie kinders en ikkie.
We gaan netjes in de rij staan en ik pak al precies 6 euro. Het is al snel mijn beurt..maar er dringen mensen voor en het oude mannetje neemt hun geld aan en zet ze netjes in de volgende groep van 6 springers.... Dit tafereel herhaalt zich 2 keer. "Sorry meneer, deze 3 kids willen ook graag springen", zeg ik.
En het witte haren oude mannetje werd opeens een "ouwe witte vent" met alle respect..."Mevrouw ook al staat u vooraan dat wil niet zeggen dat het uw beurt is! (brombrom)En niet aan mijn hoofd zeuren (brombrom) .....

Raar volk

Ga ik de volgende dag een trein kaartje kopen.
"Intercity morgen om 7.20 uur Sapri /Taranto via Battipaglia, alstublieft"
Stilte...
Nog meer stilte....
Erg stil..
"(Brombrom) 18.20"
Ik kijk even verbaasd..heeft hij de tijd verkeerd verstaan of is dat het bedrag?
Mijn banale vraag dus..."18 euro en 20 cent zei U?"
Antwoord:"(Brombrom) Euro.(Brombrom)"

Ook goedenmiddag.

Raar volk.
Maar het is lekker weer.
Buiten id de tuin zit ik 'savonds heerlijk.
En volgend jaar komen we weer.

zondag, juli 19, 2009

Een bijzondere bruiloft in Calabria

Een bruiloft is in Italie een feest waar veel aandacht aan wordt besteed.
De voorbereidingen duren lang, de uitnodigingen worden maanden voor de bruiloft al verstuurd.
Iedereen moet erbij zijn, zo ook gasten die ver moeten reizen of vliegen omdat ze in het buitenland wonen.
Hoe meer gasten, hoe beter, hier in het zuiden van Italia, is het minimale aantal aan gasten 200, maar ook 400 gasten of meer.. hoe meer gasten komen, zo geslaagder is de bruiloft.

Ook de kerk wordt zorgvuldig uitgezocht. Je kan natuurlijk in je eigen parochie trouwen, maar als de kerk lelijk is voor de foto’s en het filmpje, besluit men dikwijls anders.

Maar hier in Paola is een bijzondere kerk: het Santuario di San Francesco. Dat is de beschermheilige van Calabria, en is erg bekend.
Wie dus een extra betekenis aan een huwelijksfeest wil geven, probeert dáár te trouwen. Het getuigt van een extra devotie, die mééstal een oprechte en persoonlijke reden heeft, omdat men denkt dat San Franceso je zal beschermen en je er een extra zegen bij geeft.

Het restaurant voor het huwelijksdiner wordt zorgvuldig uitgezocht, men wil het “beste van het beste” aanbieden, om het feest te laten slagen en dat men er nog lang over na kan praten.

Uit ervaring weet ik, dat de gasten ook veel moeten voorbereiden, je komt met een dikke envelop met geld, en natuurlijk niet met kleding, die je op een vorig huwelijksfeest had, zo is het een feest waar de gastgever en de gast, nogal mee bezig zijn...
Iedereen heeft zijn eigen eergevoel om zo goed als mogelijk deze dag te beleven, en vooral geen aanleiding voor schande en roddels te zijn..

Zo ook de bruiloft, waarover ik nu ga schrijven.

Perfekt geregeld was het allemaal, in de Basilica di San Francesco di Paola, heel veel gasten en tot in de puntjes georganiseerd.

De huwelijksmis begon, bruid en bruidegom stonden voor het altaar van San Franceso di Paola.
Het emotionele moment was eindelijk gekomen.


De vrouwen de zakdoeken om de tranen weg te vegen al klaar in hun handen, de mannen die meestal buiten staan en alleen maar binnen komen als het spannend wordt, staan dan ook ineens in de kerk.

De monnik van het Klooster van San Franceso had NU de belangrijkste vraag:
‘’Wil jij... voor en achternaam van de bruid’, haar tot je vrouw nemen, en haar liefhebben, eren in goede en kwade tijden etcetera....

De bruidegom zei met een sterke stem en een harde blik in zijn ogen luid en duidelijk voor iedereen...”NEE!”

Zelfs de meest suffende mensen tijdens zo een ceremonie, waren ineens klaarwakker!
Wie verwacht zo een antwoord?

De monnik was uit zijn concept gebracht, maar herhaalde de vraag nog eens.

De bruidegom herhaalde: NEE!!!

Een derde poging waagde de monnik, maar er volgde een derde keer NEE !

De monnik was helemaal uit zijn concept gebracht, waardoor hij zijn liturigie niet meer kon volgen en wist zichzelf geen raad.

Deze monnik moest onbewust ineens een “mens” worden... alles vergeten en hem vragen naar de oorzaak van drie keer “nee”

De bruid antwoordde voor de bruidegom met de woorden: “ Padre... hij is alleen maar “emozionato”... (zenuwachtig..)

Toen antwoordde de bruidegom:
“Padre (dat is dus de monnik) : “Voordat IK en antwoord geef, dan vraag ik de getuige van ons huwelijk een antwoord te geven.”

De kerk werd waarschijnlijk nog devoter en zelfs een dove kon ineens horen!

De getuige gaf géén antwoord, hij zweeg..
Maar de aangespannen en vooral nieuwsgierige stilte van de uitgenodigden in de kerk, gaven de bruidegom de mogelijkheid zijn uitleg te geven.

Ik kan me voorstellen, dat je een speld op de grond had kunnen horen vallen...

Zo gaf de bruidegom zijn antwoord:
“Als de getuige niet wil spreken, dan geef ik mijn uitleg.
Gisteren, de dag voor ons huwelijk, wilde ik nog iets met haar bespreken, maar ik kon haar niet vinden.
Uiteindelijk ontdekte ik onze getuige met haar in onze toekomstige slaapkamer, die volgens de traditie hier in Calabria gesloten blijft, omdat de ouders deze kamer voorbereiden voor ons toekomstig geluk.”
(bescheiden uitgedrukt....)

Er volgde waarschijnlijk een enorme spannende zucht, want de man was getrouwd!

Vanaf dat moment gebeurde er alles in een kerk wat niet hoort...
Er was geen devotie meer, de echtgenote van de getuige kwam erachter dat ze bedrogen was, en beschuldigde haar echtgenoot met de vulgairste scheldwoorden, de bruid werd hysterisch, iedereen begon zich ermee te bemoeien en de
de Heilige San Francesco di Paola stond waarschijnlijk stokstijf vanuit de Hemel te kijken, hoe verloederd we allemaal kunnen zijn.

De situatie is zo onhoudbaar geworden, dat zelfs de politie erbij moest komen... de ceremonie was onderbroken, de kerk werd ontruimd... de gasten stonden er zonder enig doel...

Geen huwelijksdiner, men moest naar huis...

Jammer van de dure kleding, jammer voor het restaurant, dat op hen stond te wachten en alle gevolgen vandien...

Nu roddelt iedereen in Paola over deze schande en de gevolgen ervan... ook ik dus hier bij de Italieschrijvers, maar hoe dikwijls hoor je zo een verhaal?

dinsdag, juli 07, 2009

Ballo liscio


De dikbuikige dansers doen het 't best. Ze lijken op dobbers, met de ceintuur van hun ouderwetse broek al bijna onder de oksels. Soms strompelen of hinkelen ze naar de dansvloer, achter hun nog kwieke vrouw aan. Maar eenmaal op de gladde vloer lijkt de zwaartekracht opgeheven. Net als de last hunner jaren. Er verschijnt een glimlach op hun gezicht, de ogen twinkelen weer. De muziek, rustige jaren 50 hits, walsen, cha cha cha's, mazurka's, begint. Terwijl hun vrouw, waarop ze eens zo verliefd waren (vele vriendinnen terug), strak voor zich uit blijft kijken, streng de passen tellend (ook de zijne), schiet zijn blik heen en weer over de dansvloer. Zien ze wel hoe vlot hij nog danst? Hoe knap hij nog is? Hij is jong! Hij is vrij!
Hij probeert of zijn verroeste versierdersmanieren nog werken: een knipoog hier, een glimlach daar. Bij de heupbewegingen verbijt hij de pijn met een grimas. Maar zijn trucs werken nog en hij voelt zich weer twintig. Voor even, tot de muziek stopt en hij door zijn vrouw naar de lange eettafels wordt geleid. Een dolce of een wijntje dan maar, als troost. Voor de buik.

woensdag, juni 24, 2009



Wijn proeven, dat kun je hier in de Oltrepò wel. Bijna iedere week organiseert een van de vele cantina’s van de Oltrepò wel een proeverij. En allemaal hebben ze hun eigen specifieke wijntjes. Je zetelt je in de wijnkelder en laat je lekker bedienen. Kom maar op met die “smaakies”, Forza Italia! Afgelopen zondag was er een proeverij bij Travaglino, een grote imposante boerenhoeve, die heel erg opvalt als je er langsrijdt. Maar zo even alleen naar binnen gaan … Een speciale proefdag is dan een leuke drempelverlager. Daarbij komt dat we als het wijn betreft niet veel aanmoediging nodig hebben. Het wijnkwispedoortje op de tafel bleef ook deze keer maagdelijk leeg. We moesten even wachten, maar toen werden we geholpen door een zeer vriendelijke en uitleg-vaardige dame van het bedrijf. Ze adviseerde ons in de volgorde van de te proeven heerlijkheden (uiteindelijk werden het er vijf) en was zo slim om de lekkerste en duurste wijn als laatste aan te bieden. Die we natuurlijk prompt gekocht hebben. Zes flessies! Een fantastische rode Pinot Nero, die een tijdje in een eikenhouten vat heeft mogen zuchten en smachten naar een dorstige fijnproeverskeel. Dertientje per fles.Beetje duur. Nou ja, voor speciale gelegenheden dan maar. Ook een witte Riesling ging mee naar de Villa, van een iets lagere klasse, maar met een heel bijzondere salie en basilicum vleug in de smaak. Lekker bij bepaalde vis en wit vlees, en saltimbocca (denken wij). De Bonarda was lekker fris en fruitig als altijd en ook de gewone rode Pinot is goed te doen. Maar die halen we voor de helft van de prijs wel bij de Cantina Sociale van Broni (2,50 per fles). Tegelijk met de open dag werd er een soort klootschieten met ronde kazen gehouden, op de straat naar de wijnboer. Dit in het kader van een nationaal kampioenschap, ja het was serieuze sport. Kon je ook zien aan het postuur van sommige atleten. Leuk om naar te kijken, sommige kazen sprongen onderweg uit elkaar. Een leuke ontspannen dag met mooi weer. Volgende week gaan we weer proeven misschien. Cin cin!

woensdag, juni 03, 2009

2 juni 2009 in Via 2 Giugno

Op 2 juni is het feest in Italia, la Festa della Repubblica, het Feest van de Republiek.

Ik – en velen met mij – heb altijd gedacht dat de republiek op deze datum was uitgeroepen, maar dat is niet juist. Op 2 juni 1946 werd de uitslag bekend van het referendum waarin de Italianen het koningshuis definief lieten vallen en de monarchie dus plaats maakte voor de Italiaanse republiek. Deze werd uiteindelijk op 18 juni van dat jaar uitgeroepen.


In Via 2 Giugno is weinig te merken van het feest. Er is wat minder verkeer dan normaal van moeders die hun kinderen op de fiets of te voet naar school brengen. Wat inhoudt dat het heel stil is. Ons deel van de Via 2 Giugno is namelijk niet meer dan een zand- en kiezelpad vol putten en gaten, en wordt daarom over het algemeen gemeden door de auto’s.


Photobucket


De enige levende ziel is Signor Tomasi die in zijn groentetuin aan het werk is. Er zijn er veel hier in de buurt die Tomasi heten.

Signor Tomasi is al ver in de tachtig, maar slaat geen dag over in zin ‘orto’. En hij maakt graag een praatje. ‘Le patate’ blijken het niet goed te doen dit jaar. Te weinig water. Mei is immers de droogste mei sinds decenni geweest en de halve dag regen van afgelopen zondag heeft weinig effect gehad. Thuis heeft signor Tomasi zijn tomaten staan. ,,De grond onder de planten is droog’’, vertelt hij. ,,Zelfs na de regen.’’

,,Maar de bonen doen het goed’’. Trots wijst hij op de drie rijen bonen die hij een aantal weken geleden geplant heeft.

Dan, met een blik op de grasmaaier die ik klaar gezet heb. ,,Maar het is feest vandaag. Je zou niet moeten werken.’’ Ik neem hem mee achter ons huis, de tuin in, waar een meer dan weelderige grasmat onder de zon in de wind zijn sprieten doet wuiven. Hij knikt begrijpend. ,,Ja, misschien toch beter dat je daar wat aan doet.’’

Ik nodig hem uit voor een koffie. ,,Heel even dan’’, zegt signor Tomasi. ,,Ik moet namelijk de druiven gaan draaien bij een vriend van me.’’ De koffie laat niet lang op zich wachten. In de tussentijd legt hij me uit dat ze de druiven af en toe draaien om ze allemaal evenveel van de zon te laten profiteren.

De koffie gaat erin als gods woord in een ouderling. Hij bedankt ons en weg is hij. Voordat hij in zijn Punto stapt roept hij: ,,Jullie lusten toch bonen, hè?’’

zondag, mei 31, 2009

La piscina senza acqua

Er werd naar me gewuifd vanaf het terrasje van de grote gele woning aan de straat die boven over de heuvel loopt. De straat die vaak het doel is van de middagwandeling met Saar, vooral als het te heet of te nat is om de wijngaarden in te gaan. Img_3984Hpim4240 Een straat met veel huizen en evenzovele waakhonden, die allemaal na elkaar aanslaan als ze ons lekkere wijf heupwiegend langs zien tippelen. Domme honden zijn het, want ze rennen als kippen zonder koppen achter de heg heen en weer, waardoor ze vrijwel niks van ons lekkere stuk zien. Stilstaan zou een betere strategie zijn. Weten zij veel. Maar door hun doelloze geblaf worden ook alle bewoners van de straat erop geattendeerd dat het weer de tijd is van de middagwandeling van “quel signore della casa di colore arancia” en zijn leuke hondje “con la pallina in bocca”. Img_3986 Daarom zwaaide men vanuit het gele huis natuurlijk naar mij: men had me horen aankomen. Leuk hè? Maar bij terugkeer over dezelfde weg, een kwartier later, werd er wéér gezwaaid. Even kijken dan. En toen zag ik een man of vijf aan een tafeltje zitten met wijn en worst. Nu werd er gewenkt: kom ook lekker wat eten en drinken! Het zag er aanlokkelijk uit en ik wilde naar binnen, maar Saar weigerde. Uitdagend langswiegen, als die rothonden achter het hek zaten, dat ging wel, maar naar binnen??? Nee, dat durfde ze niet. Er volgde wat gehannes met hond en hek en uiteindelijk had onze teef het rijk weer alleen, de eigenlijke vierpotige bewoners waren naar binnen gebonjourd. Ze krijgt ook altijd haar zin en zat nu dus eerste rang, zonder concurrentie, voor de schotels met worst. Daar ging haar liktongetje al heen en weer. Je wordt te díík!
De baas wordt gelukkig niet te dik (hij ís al te dik) en hapte vrolijk toe. Het gezelschap bestond uit de boer van de koeien, iets verderop aan de straat, leverancier van de worsten, de bewoners van het grote gele pand (“klein Soestdijk”), drie in getal, echtpaar en vader, en de uitnodiger, die twee huizen van ons af woont en die we vaker spreken. Er werd wat gebabbeld, het mocht allemaal geen naam hebben, maar men was gezellig en jolig. Oorzaak: de magnum fles spumante die men inmiddels al geledigd had. Ik uitte mijn verbazing over het feit dat er in het grote huis maar drie mensen woonden. Ja, de dochter zou in de andere vleugel komen wonen, maar was afgetaaid met een architect. Die vleugel was nog niet af, dus als ik geld meebracht konden we daar nog een leuke uitbreiding van de B&B realiseren … Het geld is op, riep ik gauw. Onder het hele gebouw liep nog een gigantische kelderverdieping, ook niet af, dus als ik geld had … Er was een fitnessruimte, zonder fitnessapparatuur (maar als ik geld had …). Er was zelfs een overdekt ZWEMBAD… zonder water. Als ik toch eens rijk was jodeldiedeljodeldiedeldé. Maar een zwembad zonder water, dat hadden we al. Het werd tijd om te vertrekken. Tot morgen!, riep ik.

dinsdag, mei 12, 2009

La signora Giulia

Er wordt gewerkt in Gardolo. Aan de ene kant van de weg wordt een voetpad aangelegd, en als gevolg daarvan wordt het voetpad aan de andere kant versmald. De weg moet namelijk breed blijven zodat men daar voort kan blijven jakkeren zonder acht te hoeven slaan op de maximale snelheid die daar geldt. Tussen de bergen zand en de graafmachines door is het duidelijk dat er voor de voetgangers een smalle strook bewegingsvrijheid overblijft waar je met enige moeite met z'n tweeën naast elkaar kan lopen. De auto heeft voorrang in Italië, op alle gebied.
Maar voor een tijdje is de weg nu dus smal. De bushalte is een meter of vijftig verplaatst en ter hoogte daarvan staat een stoplicht. De passagiers stappen in en de bus wacht. Het stoplicht staat op rood.

In de verte komt la signora Giulia aangedribbeld. Ik heb er altijd moeite mee om leeftijden in te schatten, maar ze moet al een eindje in de zeventig zijn. De grijze haren kort geknipt, want dat is gemakkelijk. Niet alleen dankzij haar neus heeft haar gezicht iets haviksachtig, want ook de ogen kijken vanachter de smoezelige brilleglazen ietwat roofvogelig de wereld in. Haar grijze jas rijkt tot net over de knieën en onder haar arm houdt ze stevig haar tasje geklemd. Want tegenwoordig moet je overal op je hoede zijn, met al die buitenlanders. Ze vergeet dikwijls dat ik er ook een ben.
La signora Giulia is dus hoog bejaard en ze eist het respect voor haar vergevorderde leeftijd altijd ietwat hinderlijk op. Zo moet zij bijvoorbeeld altijd absoluut als eerste de bus in. Die drang is zo sterk dat ze zich wel eens in de bus vergist en op lijn 17 terecht komt in plaats van op 'haar' lijn 7.
Maar nu heeft la signora Giulia dus de bus gemist. De deuren zijn dicht, het wachten is enkel nog op het groen. Dat arriveert als ze tot op tien meter genaderd is. De bus trekt op en la signora Giulia begint als een bezetene te zwaaien, want iemand van haar leeftijd behoort niet vijf minuten tot de volgende bus te hoeven wachten. De chauffeur twijfelt even, maar besluit toch te remmen. De deuren gaan open en la signora Giulia heeft het gehaald. Ze is niet al te vlug en het stoplicht neigt al naar oranje als de deuren zich achter haar sluiten. De chauffeur trekt langzaam op maar geeft daarna flink gas bij om halverwege niet met tegemoetkomend verkeer geconfronteerd te worden. La signora Giulia is ondertussen druk in de weer met het afstempelen van haar abonnement (afstempelen is niet het juiste woord, want je moet het abonnement voor een kastje houden en zo wordt het electronisch gelezen). In plaats van zich met haar vrije hand vast te houden gaat haar arm protesterend de lucht in, waarna ze als een ballerina met een slok teveel op enige ongecontroleerde pirouetten begint te draaien. Het is geen gracieuze uitvoering, en ook het sluitstuk van haar ballet heeft iets van ‘de stervende zwaan', maar dan letterlijk. Een student, de rossige haren in de war, zit afwezig naar buiten te staren. Zijn ogen zakken af en toe dicht en hij heeft duidelijk moeite het ritme van de nieuwe dag op te vatten. Totdat de grijze zwaan Julia haar vlucht fladderend beëindigd op zijn schoot.
Twee, in vooroorlogs gepantserde kousen verscholen benen steken de lucht in en vanachter verschillende onderrokken klinkt een gesmoord en wanhopig 'Ooooo Madonna' van la signora Julia. Een medepassagier helpt haar met wat moeite terug op de been. La signora Giulia lacht, een beetje beschaamd, en roept la Madonna nog enige keren aan. Haar schaamte valt echter in het niet bij die van de student, die met een vuurrood hoofd de blikken van de moeizaam hun lach inhoudende medepassagiers op zich voelt prikken. Hij weet het nog niet, maar dit is een van die ervaringen die je je hele leven bijblijven. Een van die ervaringen die je met niemand wil delen en die je dus voor altijd stil met je meedraagt. Een geheim, verankerd in de schaamte die het loslaten in de weg staat. Hij staat op en laat zijn plaats aan de oude dame die hem zojuist op een zo onbarmhartige wijze uit zijn dromen heeft gewekt. Niet uit respect voor de ouderdom, maar meer om uit het schelle licht van de onwelkome schijnwerpers te ontsnappen. Als we een minuut later bij de volgende halte stappen staat hij weggedoken in een hoek, zijn neus bijna tegen de langzaam beslaande ruiten van de bus gedrukt.
Een handvol reizigers stapt in. Ze hebben geen idee van wat ze gemist hebben.

Ook het meisje met de Cleopatra-ogen stapt op en vind haar vaste plaats bezet door la signora Giulia. Ze kijkt rond, op zoek naar een andere vrije plaats. Even kruist haar blik de mijne. Ik kan me niet voorstellen hoeveel jonge farao's er al zijn verdronken in deze kijkers, maar het moeten er veel zijn. Bij gebrek aan een zitplaats neemt ze genoegen met een plekje aan het raam dat nog vrij. De bus trekt op. De lichamen van het meisje met de Cleopatra-ogen en de jongen met het rossige haar naast haar vinden elkaar in de synchrone bewegingen op het ritme van de putten en de bochten in de weg die als de openingen van een orgelboek in een draaiorgel onder de wielen voorbij schuiven.

De mevrouw naast me niest haar handen vol. De bus nemen is goed voor het milieu, maar het is niet direct de meest gezonde manier om je je naar het werk te begeven.
Achter me vertelt een jongetje plagerig aan zijn vriendje dat hij vanaf morgen lekker drie dagen op schoolreis naar Venetië is terwijl die andere gewoon naar school moet. Van je vrienden moet je het hebben.
Twee andere jongetjes spelen boter, kaas en eieren ('tris' noemen ze dat hier) op de inmiddels geheel beslagen ruiten van de bus.

Als we in Trento aankomen heb ik een liedje in m'n hoofd....











zondag, april 26, 2009

Lezioni italiane 5: Mevrouw Klein

Eigenlijk wisten het al van te voren, en eigenlijk twijfelden we na het intake gesprek ten zeerste of we haar wel zouden aannemen als cursist, maar ze was zeer gedecideerd en wilde absoluut komen om haar Italiaans te verbeteren. "Haar Italiaans" was een soort straattaal Italiaans, geleerd als tiener tijdens vele vakanties aan zee in Italie, gespekt met uitdrukkingen als "Che casino" en "me ne frego" enz.
Enfin, ze kwam. Op dag 1 in haar Ferrari, op dag 2, met een Porsche, op dag 3 met een Jaguar, op dag 4 met een Jeep en op dag 5 weer met haar Ferrari.
Ze vond dat wij docenten er helemaal niet Italiaans uitzagen, want niemand van ons had botoxlippen en/of grote borsten en dat "hebben al die Italiaanse vrouwen, die ik op TV zie!"
Ze kon zich aardig redden in het Italiaans, had een behoorlijke woordenschat, maar vervoegde nooit een werkwoord. Aan mij de taak om haar dit bij te brengen. Een lastige klus, want ze kwam de klas binnen, begon onmiddellijk te kletsen en allerlei verhalen op te hangen en het was erg moeilijk om haar spraakwaterval te onderbreken. Steeds probeerde ik haar te onderbreken en als ze een heel werkwoord gebruikte, haar erop te attenderen dat ze toch echt dat werkwoord moest vervoegen, maar dat was onbegonnen werk. Veel nieuws heeft ze in die week dan ook niet geleerd.
1 keer echter had ik succes en wel op de laatste dag: ze vertelde een heel verhaal over het bouwen van een huis in Italie en zei: Io costruire una nuova casa, perche' ...., waarop ik haar onderbrak en zei: het moet zijn "costruisco...". Het werd even stil en toen zei ze: Goh, wat leer ik hier toch veel!"

zaterdag, april 11, 2009

Het Paasbrood uit Calabria


Ieder jaar als het Paasfeest komt, krijgen we van vrienden veel dingen gebracht, die men hier met Pasen maakt.

Zo kregen we nu een Paasbrood, lekker vers brood, pizza en paasgebakjes wat allemaal in de pizza oven wordt gebakken.


Over dit paasbrood wil ik een korte uitleg geven.
In het dialekt heet het hier "Fragone", of "Pignolata", maar de naam is eigenlijk “il pane del pastore” (het herdersbrood).

De reden daarvoor is, dat als de herders de hele dag met hun schapen in vroegere tijden overdag niet naar huis konden komen, moesten ze toch een goede maaltijd hebben. Daarvoor maakte de vrouw des huizes dan in het voorjaar in de pizza-oven dit brood, omdat er alles in zat, om goed door de lange dag te komen.
Men maakte dikwijls ook meerdere van deze broden tegelijk.

Er werd een gewoon traditioneel witbrood deeg gemaakt. Voor ieder brood deel je het deeg dan in twee helften. De eerste laag druk je plat, en daarop komt dan een dun laagje reuzel.
Dat had men vroeger altijd in huis, omdat er geslacht werd en gebruikt men eigenlijk tot het warm wordt, want daarna smaakt het niet meer lekker en wordt ranzig.
Daarop komt dan verse ricotta-kaas en schijven van de salami, die men heeft van het slachten in december en nu de juiste smaak heeft gekregen.
Omdat de kippen nu veel eieren leggen, komen er ook nog gekookte eieren in, en eventueel ook voorjaarsgroente zoals snijbiet.
Als men hiermee klaar is, komt de tweede deeglaag erover en drukt die goed aan. Dan werd het brood in de pizza oven gebakken.

Nu doet men dit niet meer altijd, maar het is een traditie geworden, dat dit brood op Goede Vrijdag door de meeste families wordt gebakken en daarom maakt men er ook uit deeg een kruis op.
Men mag het brood pas de zaterdag na Goede Vrijdag eten, omdat dan de Vastentijd voorbij is.

Wij genieten er ieder jaar van en waarschijnlijk smaakt het zo heerlijk, omdat je het maar een keer per jaar krijgt, dan moeten we weer op het volgende Paasfeest wachten...

dinsdag, april 07, 2009

Foto



Deze foto maakte in 1998 met m'n eerste digitale camera. Hij is gemaakt in Abruzzo, maar ik weet niet meer precies waar. Het zou in L'Aquila geweest kunnen zijn, daar waar gistermorgen om half vier het episch centrum van de zwaarste aardbeving lag die Italië in de laatste honderd jaar getroffen heeft. Maar ik geloof het niet. Ik weet het niet zeker. We deden een weekje Abruzzo in de late zomer van het jaar waarin Marco Pantani zowel de Giro d'Italia als de Tour de France won. Op weg naar het zuiden waren we nog langs zijn woonplaats Cesena gereden, waar het geel en het roze als eerbetoon aan "il Pirata" de boventoon voerden. Het jaar ook waarin Frank Sinatra overleed, en Lucio Battisti. José Saramago won de Nobelprijs voor de literatuur. Het jaar waarin Juventus met Edgar Davids voor de 25e keer kampioen van Italië werd. In Nederland ging Davids' ouwe club Ajax met het kampioenschap aan de haal. Het tweede kabinet Kok zag het daglicht en Bløf brak door met "Liefs uit Londen".
Op 4 februari 1998 trof een aardbeving met een kracht van 6.1 op de schaal van Richter het noorden van Afghanistan waarbij 5000 mensen om het leven kwamen. Op 30 mei beefde de aarde weer in hetzelfde gebied en nog een 5000 Afhanen overleefden de schok niet. Ook in het zuiden van Italië werd dat jaar een "terremoto" geregistreerd. Een schok met een kracht van 5.3 trof op 9 september Basilicata en Calabria. Er was één dode te betreuren. Het aantal slachtoffers en de schade viel echter in het niets vergeleken met de aarbeving van bijna een jaar daarvoor toen in Umbria en Marche 11 mensen om het leven kwamen en het historische Assisi zwaar beschadigd werd.

Wij deden in de late zomer van 1998 dus een weekje Abruzzo en omgeving, en ik herinner me vooral de aangename temperatuur en de diepe kleuren van de avondzon op het strand van Grottammare. Ik herinner me het nationale park "Gran Sasso", de bergen waarvan de toppen schuil gingen in de grijze wolken van een regenachtige woensdagmiddag. Ik herinner me de doprpjes in de late zomerzon, een broodje in de schaduw van een boom op een plein, het rustige leven wat aan mijn ogen voorbijtrok. En ik herinner me de man op de foto. Ik weet zelfs nog precies wat ik zei toen ik hem zag zitten. ,,Zo wil ik ooit ook mijn pensioen beleven.''

Toen ik gisteren het nieuws van de aardbeving in Abruzzo hoorde moest ik aan deze foto denken.


dinsdag, maart 31, 2009

Introductie

Hallo beste Italiëschrijvers,

hier meldt zich een nieuwe deelnemer aan jullie blog.

Het heeft even geduurd, maar na maanden en maanden heb ik eindelijk tijd gevonden om te beginnen met schrijven. Liesbeth zond me een uitnodiging en die heb ik dan nu aanvaard!

Ik geloof dat het gebruikelijk is om je in het eerste bericht even te introduceren, en dat doe ik bij deze.

Ik ben Stef Smulders, 48 jaar (nog net), en ik woon met man Nico en hond Saar sinds juni 2008 in Montecalvo Versiggia (PV). Tijdens een studieverblijf in Pavia leerden we de Oltrepò Pavese kennen en vonden daar ook vrij snel het huis waarmee we onze stoute plannen dachten te kunnen verwezenlijken: alwéér een B&B. Huis gekocht, terug naar Nederland, huis verkocht, spullen opgepakt en daar zaten we dan! (wil je meer weten over onze avonturen voor en tijdens de emigratie, dan kun je je hart ophalen aan onze weblog http://www.duepadroni.web-log.nl/ ).









Inmiddels zitten we 6 maanden in de verbouwing en het einde nadert. Of beter gezegd het begin: van ons vakantiehuis annex B&B, Villa "I Due Padroni" B&B bed breakfast Italie ( http://www.duepadroni.it ) geheten. In de tijd dat we hier zitten hebben we al erg genoten van het Italiaanse leven. Je kunt (ook) hier heerlijk eten en het heuvelachtige landschap met al die wijngaarden is prachtig. Het bijzondere is dat hier bijna geen toeristen komen, want in het buitenland is dit gebied vrijwel onbekend. Hier is alles dus nog op de Italiaan zelf ingesteld en zo leer je het ware leven van dit land (of dit gebied) kennen. We noemen het daarom Italië unplugged.


Tot zover voor dit moment. Binnenkort hoop ik mijn eerste echte bijdrage te kunnen leveren. A presto!

dinsdag, maart 24, 2009

Over scholen gesproken...


Het is misschien beter eerst uit te leggen, dat wij in julie 1980 naar Italie verhuisden als Duits-Nederlands echtpaar met twee kleine zonen.
Dat was helemaal normaal voor onze jongens en ze speelden met alle kinderen op een avontuurlijke manier... en leerden daardoor de italiaanse taal al een beetje, voordat ze in september naar school moesten.
Het was een raar idee, de kinderen ineens in een schoolschort te zien, maar dat moest toch!
Een schoolschort die voor een jongen zo lang was als een meisjesjurk! Ik vond het zo raar, en besloot het schoolschort keurig kort te knippen... dan zou het er leuker uitzien als ze met een lange broek naar school zouden moeten.
Toen ze de eerste schooldag hadden was het voor onze noord-europese begrippen écht te warm voor een lange broek!


Met spanning wachtte ik de resultaten af, want in die tijd, waren wij wel een grote uitzondering en de leraren waren er niet op voorbereid buitenlandse kinderen in de klas te hebben....
Hoe praat een leerkracht die zelf geen talen sprak met je kind?

Het was uitzonderlijk, welke eerzuchtigheid de onderwijzers ineens hadden, en nog verwonderlijker hoeveel moeite ze zich gaven, onze kinderen een start te geven!
Deze onderwijzers waren eigenlijk gewoon oom en tante, als ik er nu over terugdenk. Er was geen stress, en onze kinderen merkten nauwelijks iets van een taalverandering... het ging gewoon vanzelf...

De onderwijzer van onze jongste zoon ging als de kinderen speelkwartier hadden met hen in de schooltuin, daar mochten ze dan graven en daar had de onderwijzer zelfs zijn eigen pomidori staan... dus dat waren 2 vliegen in een klap, de onderwijzer had zijn eigen tomaten en de kinderen waren ontspannen.
Als het te heet was kocht de onderwijzer voor iedere leerling een ijsje en voor zichzelf, en ik zag persoonlijk zoe ze allemaal samen likkend aan het ijsje op het schoolpleintje stonden...

Onze oudste zoon had een onderwijzeres voor het tweede schooljaar ook dat lukte alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ze sprak geen enkele taal, maar ze was een “vera maestra”.
Met alle zorgen die we ons maakten, was dit toch wel een menselijk resultaat, en met alle respekt!

Kortgeleden herinnerde onze zoon deze onderwijzeres ineens.. en vertelde me een verhaal wat ik bijna vergeten was...
De onderwijzeres had een relatie, dat wist iedereen .... en die meneer, had zijn hart zo erg verloren...dat hij de wereld om zich vergat.
Zijn drang was zo intens de onderwijzeres te zien, en zat ineens voor de hele klas van kleine kinderen op zijn knieen met een bos rozen!
Verder herinneren we ons, dat de konsequente onderwijzeres in de wintermaanden ‘s morgens een kop espresso “corretto” nam, daarna was ze met hart en ziel klaar voor haar kinderen.

Door omstandigheden moesten we verhuizen, en om die reden kwamen onze zonen op een privé school terecht, een nonnenschool.
Daar hadden we dezelfde positieve resulaten... het was wel een tikkeltje strenger... want daar werden geen ijsjes gelikt en daar was natuurlijk geen “amante” die schandalen veroorzaken kon.
Daar hebben onze kinderen dan uiteindelijk de sleepjes van het vak moeten leren.
Ze moesten daar ‘ s midddags huiswerk maken, en de non wandelde tussen de leerlingen, en keek op hun vingers, en gaf uitleg.
Onze jongste zoon heeft nog een fobie van een gedicht van Giacomo Leopardi overgehouden wat hij uit zijn hoofd móest leren: “La donzeletta va in campagna..”, ik hoop dat ik me de titel goed herinner... maar hij vond het verschrikkelijk, omdat hij de woorden destijds niet begreep, maar uiteindelijk lukte alles en we waren allemaal tevreden.

Achteraf gezien een prachtige integratie, waar we meer als blij over konden zijn in tijden dat men zich nog niet zo druk over het woord “integreren” maakte.

De oudste zoon was inmiddels op het liceo scientifico, de jongste in de laatste klas van “le medie” (de middelbare school), toen we voor een tijd naar Duitsland terug moesten.
Op dat moment kregen we het te maken met een groot wantrouwen tegenover de scholen in Italie...
Men wilde onze zonen niet opnemen in de scholen die wij logisch vonden en wij waren genoodzaakt onze zonen in scholen te moeten sturen, die allesbehalve dát waren, wat ze hier in Italie hadden geleerd.
Het drama daarover is onbeschrijfelijk, er ontstond een niet-begrijpende agressiviteit tussen ouders en leraren, en wij ouders moesten bewijzen wat de leraren niet konden....
Onze oudste zoon besloot niet meer naar de duitse school te gaan, en heeft in de tijden zonder Internet zelf zijn weg uitgezocht... hij vond een Keulen in Duitsland een Gymnasium (ISIS) wat onze zonen de gelijkwaardige kansen bood de opleidingen te vervolgen die ze gewend waren.
Dat ze iedere morgen om 6 uur op moesten staan om op deze school te kunnen gaan, daarvoor was geen offer te groot.

Nu zijn onze zonen volwassen, en de oudste zoon heeft nu zijn dochter in de eerste klas in Duitsland op school.
Hij belde me deze dagen op... vertellend, dat hij niet begrijpen kon, hoe weinig goede lesgeving en aandacht zijn dochter op school kreeg en en als volwassen man, had hij ineens heimwee naar zijn scholen van hier..

Dan ben je voortaan oma, maar “the story goes on”....

vrijdag, februari 27, 2009

Isola delle Rose... De laatste oorlog van Italië

Precies 40 jaar geleden, op 26 februari 1969, beslechtte Italië haar laatste oorlog. Een stille oorlog, waarbij geen enkel schot viel, geen melding gemaakt behoefde te worden van slachtoffers. Slechts een serie explosies doorbraken aan het eind van een acht maanden durende strijd de stilte, en maakten een eind aan de droom van Giorgio Rosa en zijn onafhankelijke staat het Rozeneiland, ofwel de Esperanta Respubliko de la Insulo de la Rozoj, zoals het kunstmatige eiland in haar officiële taal het Esperanto heette.

Wie weet wat de, in 1925 in Ravenna geboren Giorgio Rosa heeft gedreven toen hij in 1957 met zijn eerste projecten begon voor de bouw van een constructie in zee. ,,Ik ben in 1950 afgestudeerd als industrieel ingenieur'', vertelt hij in januari 2007 op 82-jarige leeftijd in een interview aan Fabio Vaccarezza, een Italiaanse filatelist. ,,Het was de periode na de oorlog, ik had veel werk, maar ik bleef mijn passie voor de zee voelen, de open ruimte, de horizon. Ver weg van de stress, de smog, en de politici.'' Jaren van dubben, tekenen, berekenen, plannen weg gooien en opnieuw beginnen volgden.
In 1964 was het eindelijk zover dat Rosa voor het eerst in open zee kon gaan testen. En het functioneerde. Het principe was eenvoudig: een lichte constructie van pijlers kon eenvoudig naar wat voor plaats dan ook op een meer of op zee getransporteerd worden (hiervoor gebruikte men een speciaal ontworpen vaartuig met een Fiat 500 motor) en werd daar op de bodem neergelaten. De pijlers werden aan de binnenkant voorzien van een buis die zo ver mogelijk de bodem werd ingeschoven, daar ging cement in en klaar was Kees. Of Giorgio, in dit geval. Een vereiste was wel dat de maximale diepte 40 meter bedroeg.
Die ideale plaats was inmiddels bekend: 11,6 kilometer voor de kust van Rimini in de Adriatische Zee op 44° 10' 48'' noorderbreedte en 12° 36' 00'' oosterlengte. Precies 500 meter buiten de Italiaanse territoriale wateren. Door geldgebrek, regelmatig slecht weer en bedreigingen van de Italiaanse autoriteiten (elk object werd als een obstakel voor de navigatie gezien en moest op een gegeven moment verwijderd worden) duurde het echter tot 1967 voordat daar het eerste Rozeneiland daadwerkelijk vorm kreeg.



































Het eerste Rozeneiland, want Giorgio Rosa en zijn team (waarvan ook zijn vrouw geestdriftig deel uitmaakte) dachten in het groot aan sateliet-eilanden die onderling met elkaar en met het moedereiland verbonden zouden zijn. Ze dachten aan een hotel, winkels, toeristen, en een tuin. ,,Een bontgekleurde tuin, midden op zee. Dat was een van mijn ideeën'', vertelt Rosa. ,,Dat is ook een van de redenen waarom we het eiland "L'isola delle rose", het Rozeneiland, hebben genoemd. De andere reden is een verwijzing naar mijn naam.''
De positie van de op 9 pijlers rustende constructie werd doorgegeven aan de maritieme instanties, en middels boeien en verlichting werd het scheepsverkeer op de Adriatico attent gemaakt op het obstakel. Langzaam maar zeker vorderden de activiteiten. Op de eerste verdieping van vierhonderd vierkante meter, acht meter boven de zeespiegel, verscheen een tweede. In augustus 1967 verschenen de eerste toeristen. Het eiland beschikte over zoet water, dat vanaf 280 meter diep uit de zeebodem omhoog werd gehaald. En er waren een bar, een restaurantje, wat winkeltjes en zelfs een postkantoor, verdeeld over vier "straten".
De aanlegplaats voor de bootjes was heel bijzonder: door een "spiegel" van zoet water op het zee-oppervlak onder het eiland te leggen werd de golfslag dermate gedempt dat men zonder noemenswaardige risico's aan "wal" kon. De aanlegplaats werd Haveno Verda genoemd, de groene haven, in het Esperanto.

Het Esperanto werd op 1 mei 1968 de officiële taal van Rozeneiland. Op die dag werd de onafhankelijkheid uitgeroepen door Giorgio Rosa, de stichter en eerste president van de Esperanta Respubliko de la Insulo de la Rozoj. Wellicht wordt hiermee de indruk gewekt dat Rosa een alleenheerser was, maar niets is minder waar. ,,Op die dag hadden we het eerste regeringsoverleg'', legt hij uit. ,,Ik bemoeide me enkel met de constructie en de nieuwe verdiepingen die gebouwd moesten worden. Vier partners van me namen de ministeries voor hun rekening.'' Op 24 juni van dat jaar was de regering uitgebreid tot vijf departementen: het ministerie van financiën, van binnenlandse zaken, van handel en industrie, van communucatie en betrekkingen en ten slotte het ministerie van buitenlandse zaken. Zelfs de eerste plannen waren gemaakt om toetreding tot de Verenigde Naties aan te vragen.















Het symbool van de nieuwe natie bestond uit een boeket van drie rode rozen op een witte ondergrond. En men had zelfs een volkslied, waarvoor "Steuermann! Laβ die Wacht!" uit de eerste scene van de derde akte van De Vliegende Hollander van Richard Wagner geadopteerd werd. En de eerste van twee series postzegels (een droom voor iedere filatelist) waren al in omloop. Van de nieuwe munteenheid, de "Mill" (Milo, in Esperanto), waren echter nog geen biljetten of munten in omloop.












Op die 24e juni 1968 werd op het eiland een persconferentie gegeven waarbij president Rosa de onafhankelijkheidsverklaring wereldkundig maakte.
Rozeneiland was op dat moment al een echte toeristische trekpleister. Sinds 1967 was er sprake van een omvangrijke maritieme verkeer tussen Rimini en l'Isola delle Rose, en dit baarde de Italiaanse ordebewaarders serieuze zorgen. Giorgio Rosa werd door de Italiaanse regering gezien als een gewiekste oplichter, en zijn utopia werd slechts beoordeeld als een manier om de toeristen geld uit de zakken te kloppen zonder daar aan de Italiaanse staat belasting over te betalen. Voorlopig leek er voor hen echter weinig anders op te zitten dan machteloos toe te moeten zien.


De schijn bedroog echter. Eén dag na de officiële bekendmaking van de Republiek Insulo de la Rozoj, op 25 juni 1968, viel Italië het ministaatje binnen. Terwijl de vroege ochtendzon de toeristen aan de Adriatische kust een aangename dag aan zee beloofde werd 11 kilometer verder op zee het platform omsingeld door een tiental vaartuigen van de geheime politie, de carabinieri en de financiële politie. Een handvol agenten nam bezit van het eiland, zonder dat er sprake was van enige tegenstand van betekenis. Dat was niet verwonderlijk, aangezien alleen eilandbewaker Piero Ciavatta en zijn vrouw aanwezig waren.
De Groene Haven werd hermetisch afgesloten en niemand kreeg nog toegang. Het echtpaar Ciavatta moest tot 11 juli wachten voordat het toestemming kreeg om terug te keren naar het vaste land.
De regering van Rozeneiland stuurde direkt na het "wapenfeit" een telegram naar de president van Italië,
Giuseppe Saragat, om te protesteren tegen "de schending van de soevereiniteit en de schade aan het lokale toerisme als gevolg van de militaire bezetting". Saragat nam niet eens de moeite om te antwoorden. Het was het begin van een lange reeks van juridische touwtrekkerij en een serie beschuldigingen over en weer. ,,Ondanks alles wat er gezegd en geschreven is zijn er nooit plannen geweest om een casino op het eiland te bouwen'', verzekert Giorgio Rosa. Ook de geruchten van een illegale radiozender zijn volgens hem uit de lucht gegrepen. ,,De lange buis die voor iedereen zichtbaar was, was gebruikt om naar zoet water te zoeken en had geen andere functie.''
Ondanks de juridische adviseurs die Rosa verzekerden dat men hem niets kon maken hield de Italiaanse regering voet bij stuk. De pretenties van soevereiniteit, onafhankelijkheid en internationale rechten die de eigenaren van het platform zich toeëigenden waren volgens Italië op niets gefundeerd, aangezien Italiaanse staatsburgers zich ook buiten Italië aan de staatswetten dienen te houden. Een serie hoger beroepen liep op niets uit, maar desondanks weigerde Rosa op enkele aanbiedingen in te gaan om zijn eiland te verkopen. Dat dreef uiteindelijk onvermijdelijk in de rechterlijke troebele zee naar de afgrond. Alles wat zich op het eiland bevond werd eind november door de Italiaanse marine geconfiskeerd, en op 22 januari 1969 bracht men de eerste explosieven aan die het roemloze einde van Rozeneiland moesten betekenen. Giorgio Rosa was verbitterd en liet tijdens een interview aan de krant "Il Resto di Carlino" weten dat hij zich schaamde een Italiaan te zijn, een uitspraak die overigens niet geplaatst werd.
De stengels van de rozen bleken taaier dan verwacht. Toen de rook na de explosies op 11 februari optrok was een deel van het eiland weliswaar beschadigd, maar de negen pijlers waren geen centimeter geweken. ,,Ze moesten drie maal terug komen met iedere keer een grotere lading TNT'', blikt de ingenieur met iets van trots in zijn stem terug. Op 26 februari gaat Rozeneiland uiteindelijk toch kopje onder. De "Esperante Respubloko de la Insulo de la Rozoj" is letterlijk van de aardbol weggeveegd.
De verontwaardiging in Rimini en wijde omgeving was groot.

Maar het vervolg op Rozeneiland was al even stil als haar geschiedenis en de oorlog aan het eind van die geschiedenis. In de landelijke dagbladen werd nog enige tijd modder gegooid, maar al snel verdwenen Giorgio Rosa en zijn droom in de vergetelheid. Heel af en toe kwam het eiland weer even boven drijven, in een krantenartikel van de Corriere Romagna bijvoorbeeld die op 11 mei 2008 twee pagina's besteedde aan het ontstaan van de republiek, 40 jaar daarvoor. Tien jaar daarvoor stonden de tekenaars
Giuseppe Montanari, Claudio Piccoli en Giancarlo Alessandrini in nummer 193 van het stripblad Martin Mystère even stil bij de bijzondere passage in de geschiedenis van Italië.
Begin deze maand verscheen L'isola delle Rose ook op de planken. Schrijver, regisseur en acteur Mauro Monni deed in het Everest Theater in zijn stad Florence samen met Giovanni Palanza de legende drie avonden lang uit de doeken.
Het leuke is dat Rozeneiland ook haar plaatsje heeft gevonden in de digitale wereld. Je vindt weliswaar weinig informatie over het onderwerp (en het weinige dat er is, is soms redelijk tegenstrijdig), maar op
Google Maps blijkt het wel als een dobbertje in de Adriatische Zee te vinden te zijn.






























Wie weet wat Italië ertoe bewogen heeft om zo hard tegen het, laten we zeggen, ludieke project op te treden? Waren het werkelijk die paar belasting-lires die ontdoken werden? Raar, want er zwommen (en zwemmen) wat dat betreft veel grotere vissen als Giorgio Rosa rond in de Italiaanse wateren. Ook het excuus dat het kunstmatige eiland een gevaar was voor de scheepvaart lijkt me wat ver gezocht. Een casino, een radiopiraat? Had men er werkelijk 31 miljoen lire (dat zou de sloop gaan kosten) voor over om die het zwijgen op te leggen?
Of zat er wat meer achter? In 1966 was Rosa al eens gedwongen geweest door de havenautoriteiten van Rimini om het werk stil te leggen. De constructie bevond zich namelijk een zone waar de ENI concessie op had. De ENI is het grootste Italiaanse energiebedrijf, toen nog volledig staatsbezit. Op vrijwel dezelfde plaats als waar veertig jaar geleden Rozeneiland in de golven verdween staan tegenwoordig enkele platforms van Agip, een dochtermaatschappij van de ENI. Op de platforms wordt gas gewonnen.


Bronnen:

Wikipedia.

CIFR.

Isoladieden.wordpress.com.



Foto's:

Wikipedia.

CIFR



vrijdag, februari 13, 2009

Licht uit, radio aan

Tussen de grijze massa van wat de radio dagelijks de ether inslingert zijn er, zo hier en daar, van die programma's die net iets meer brengen. Zoektochten naar interessante nieuwe en oude muziek, gedurfde interviews, opmerkelijke initiatieven. Persoonlijk ben ik daarom in Italië redelijk gehecht aan de uitzendingen van Radio 3, een van de RAI-kanalen, met veel aandacht voor cultuur, boeken, films, klassieke en minder commerciële andere muziek. Maar daarover wellicht een andere keer.

Radio 2 is wat "lichter" van opzet, maar is desondanks goed te pruimen. Een van de hoogtepunten op deze zender is het programma Caterpillar, wat van maandag tot en met vrijdag tussen zes en half acht 's avonds door zo'n miljoen Italianen beluisterd wordt. Behalve goeie muziek passeren het Italiaanse en het wereldnieuws de revue, voorzien van dikwijls ironische maar goed gevonden commentaren. Op 16 februari 2005 startten de makers van Caterpillar een initiatief waarmee het zelf ook nieuws werd, eerst in Italië maar later ook over de grenzen. "M'illumino di meno" heet het initiatief. Ik verlicht me minder.










































Het idee ontstond aan de hand van het Kyoto Protocol, dat op die dag ondertekend werd. Eén dag per jaar tracht het programma haar luisteraars middels "M'illumino di meno" even stil te doen staan bij het gebruik en de verspilling van energie. En dan speciaal in de huiselijke sfeer. Zo ook vandaag, vrijdag 13 februari. Het centrale punt van de dag van de bezuiniging ligt tussen zes en half zeven. Dan gaan in duizenden Italiaanse huizen alle, of bijna alle lichten uit, en wordt alleen de absoluut noodzakelijk electronische apparatuur aangelaten. Ook de radio.

Dat het initiatief aanslaat is in de loop van de jaren gebleken. Veel scholen, restaurants, universiteiten en musea deden op hun manier met "M'illumino di meno" mee. En ook verschillende gemeentes hebben zich in de rij aangesloten. De energiestilte was vorig jaar in Rome zichtbaar bij het Coloseum, het Patheon, de Trevi-fonteinen en de Palazzi del Quirinale, Montecitorio en Madama, die gedurende dat half uur onverlicht bleven. Ook de Arena in Verona, de Basiliek in Turijn, het San Marco plein in Venetië, het Palazzo Vecchio in Florence en verscheidene monumenten en gebouwen in Napels, Bologna en Milaan bleven gedurende dertig minuten verscholen in het duister. En over de grenzen waren zelfs Parijs, London, Wenen, Athene, Barcelona, Dublin, Edinburgh en tientallen andere steden wat minder verlicht dan gebruikelijk.
Dit jaar zou de donkere vlek zich in principe nog verder moeten uitspreiden, aangezien alle Italiaanse steden hun zustersteden in het buitenland verzocht hebben een bijdrage te leveren.

Het resultaat is dat "M'ilumino di meno" haar plaats gevonden heeft in de media. De aandacht zet de gewone burgers wellicht aan het denken, en daarmee is het doel van Caterpillar bereikt.
Het feit dat het Europese Parlement het prject voor het tweede opeenvolgende jaar officieel steunt bewijst dat "Ik verlicht me minder" een goed initiatief is, en zeker navolging verdient. Wie weet, ook in Nederland.

Link: M'illumino di meno.